Tip! kettingsteek ánders
Natuurlijk legt Yvette in haar boek goed uit hoe je de kettingsteek borduurt. Wanneer je die geteld maakt, zoals bij het Friese witwerk, is het soms lastig om goed het aantal draadjes te kunnen aftellen waarover je die kettingsteek wilt maken.
Zeker bij mijn werkje, met een relatief dikke, wat stugge linnen draad, zit ik er makkelijk een draadje naast. Tijdens een cursus Schwalm borduren, waarin ook miniem kleine kettingsteekjes moeten worden gemaakt, loste mijn docent het zo op: maak als eerste steek een losse kettingsteek (beschreven in het boek op pagina 74 en 75). Kom dan het gewenste aantal draadjes verder weer op, ga onder de eerste losse kettingsteek door, en weer naar beneden op de plek waar je naar boven kwam. Zo krijg je perfecte, passende kettingsteekjes. Het steekje over de lus van de eerste kettingsteek zie je niet omdat daar de volgende steek overheen komt. De foto's laten zien wat ik beschrijf.
Maak eerst een losse kettingsteek |
en zet het vast met een steekje dat over de lus weer terug in hetzelfde gaatje gaat |
Kom het gewenste aantal draden verder weer op, hier zijn het er drie. |
schuif nu de naald onder de kettingsteek door (het maakt niet uit van links naar rechts of van rechts naar links) |
En trek de lus zacht aan. Ga zo verder. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten